stukslaan
- stuk·slaan
- samenstelling van stuk bw en slaan ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stukslaan |
sloeg stuk |
stukgeslagen |
klasse 6 | volledig |
stukslaan
- overgankelijk slaan tot iets breekt
- De inbreker had een ruitje stukgeslagen.
- overgankelijk (spreektaal) (figuurlijk) uitgeven van geld voor vermaak
- Aan de bar kon hij op een avond gemakkelijk 200 euro stukslaan.
- ergatief gebroken raken
- Het schip was op de rotsen stukgeslagen.
- Het woord stukslaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stukslaan" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be