Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuit·hoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stuithoen stuithoenderen
stuithoenders
verkleinwoord stuithoendertje
stuithoentje
stuithoendertjes
stuithoentjes

Zelfstandig naamwoord

het stuithoeno

  1. (dierkunde) benaming voor vogels die tot de orde Tinamiformes   behoren
     15. Ter bekoring van Stuithoenders (Tinamidae) .
    Alle Stuithoenders, doch vooral het Groote Kortkuif Stuithoen of Anamoen (Tinamus subcristatus), hebben eenzelfde bekoring door de Caraïben Njamoe-toelala genoemd. Het blad enz. is geheel gelijk aan dat van de Powiesbekoring, doch de witte wortelknobbels zijn grooter en vertoonen eene treffende overeenkomst met den schedel en den snavel van een Tinamoe.
    [1]
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Penard, Frederik Paul; Penard, Arthur Philip
    “De menschetende aanbidders der zonneslang. Deel 1” (1907-1908), B. Heijde