stuithoen
- stuit·hoen
- samenstelling van stuit zn en hoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuithoen | stuithoenderen stuithoenders |
verkleinwoord | stuithoendertje stuithoentje |
stuithoendertjes stuithoentjes |
het stuithoen o
- (dierkunde) benaming voor vogels die tot de orde Tinamiformes behoren
- ▸ 15. Ter bekoring van Stuithoenders (Tinamidae) .
Alle Stuithoenders, doch vooral het Groote Kortkuif Stuithoen of Anamoen (Tinamus subcristatus), hebben eenzelfde bekoring door de Caraïben Njamoe-toelala genoemd. Het blad enz. is geheel gelijk aan dat van de Powiesbekoring, doch de witte wortelknobbels zijn grooter en vertoonen eene treffende overeenkomst met den schedel en den snavel van een Tinamoe.[1]
- ▸ 15. Ter bekoring van Stuithoenders (Tinamidae) .
- zie de categorie: Stuithoenders in het Nederlands
- Het woord 'stuithoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Penard, Frederik Paul; Penard, Arthur Philip“De menschetende aanbidders der zonneslang. Deel 1” (1907-1908), B. Heijde