studievoorschot
- Geluid: studievoorschot (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstydiˌvorsxɔt / (4 lettergrepen)
- stu·die·voor·schot
- samenstelling van studie zn en voorschot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | studievoorschot | studievoorschotten |
verkleinwoord | - | - |
het studievoorschot o
- (onderwijs) (Nederland) geld dat studenten in het hoger onderwijs kunnen lenen om te voorzien in kosten van levensonderhoud en studie
- ▸ De invoering van het studievoorschot in 2015 heeft geen grote veranderingen gebracht in de doorstroom naar het hoger onderwijs.[1]
- ▸ De basisbeurs in het hoger onderwijs verdwijnt en maakt plaats voor het studievoorschot. Vanaf 1 september kunnen studenten maandelijks maximaal 1.016,71 euro lenen. Daarvan is 854,13 euro een lening inclusief een eventuele aanvullende beurs. Het resterende bedrag van 162,58 euro is bedoeld voor het betalen van collegegeld (collegegeldkrediet).[2]
- Het woord 'studievoorschot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Toegankelijkheid hoger onderwijs onveranderd door Studievoorschot” (3 juli 2020) op rijksoverheid.nl
- ↑ Weblink bron Tamara Awwad“Van studiefinanciering naar studievoorschot: wat er verandert voor studenten” (24 augustus 2015) op nu.nl