Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stro·schub
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stroschub stroschubben
verkleinwoord stroschubbetje stroschubbetjes

Zelfstandig naamwoord

de stroschubv / m

  1. (plantkunde) een vliezig schutblaadje aan de voet van elk bloempje in het hoofdje van sommige composieten
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie