strohalsibis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- stro·hals·ibis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strohalsibis | strohalsibissen |
verkleinwoord | strohalsibisje | strohalsibisjes |
Zelfstandig naamwoord
de strohalsibis m
- (roeipotigen) Threskiornis spinicollis een vogel uit de familie van de ibissen en lepelaars (Threskiornithidae ). Hij leeft in Australië, Nieuw-Guinea en delen van Indonesië. Volwassen dieren hebben kenmerkende stroachtige veren op hun nek
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'strohalsibis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.