strandwacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: strandwacht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- strand·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strandwacht | strandwachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand die toezicht houdt bij stranden, verdrinkende mensen redt en de orde handhaaft
- Deze strandwacht heeft al vele mensenlevens gered.
- organisatie die zorgt voor de veiligheid op het strand
- De strandwacht heeft een gebouw met reddingsmiddelen op het strand.
Verwante begrippen
- [1] badmeester
- [2] reddingsdienst
Gangbaarheid
- Het woord strandwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strandwacht" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be