strafbaar
- straf·baar
- Naamwoord van handeling van straffen met het achtervoegsel -baar [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | strafbaar | strafbaarder | strafbaarst |
verbogen | strafbare | strafbaardere | strafbaarste |
partitief | strafbaars | strafbaarders | - |
strafbaar [2]
- wat kan leiden tot straf of strafvervolging
- ▸ Haar advocaat Paul Tjiam merkte dan ook fijntjes op dat Centric ergens staat te liegen: òf in de rechtszaal, waar Van Egten volledig verantwoordelijk wordt gehouden voor het verlies, òf in de jaarverslagen, waar de schuld uitsluitend bij corona en chipsproducenten ligt. En in beide gevallen is liegen strafbaar.[3]
- Het woord strafbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strafbaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ strafbaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Angelique Kunst“Na elk krantenartikel lijdt Gerard Sanderinks Centric verlies: ‘We worden afgeschilderd als domme mensen’” (26-04-2022), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be