Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoor·sig·naal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoorsignaal stoorsignalen
verkleinwoord stoorsignaaltje stoorsignaaltjes

Zelfstandig naamwoord

het stoorsignaalo

  1. (natuurkunde), (elektronica) een ongewenst signaal dat de ontvangst en/of de elektronische bewerking van een gewenste signaal, verstoort
    • De communicatie wordt soms opzettelijk door het uitzenden van stoorsignalen, onmogelijk gemaakt. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid