• stoï·cis·me, sto·icis·me
  • afgeleid van stoa met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord stoïcisme -
verkleinwoord - -

het stoïcismeo

  1. (filosofie) een wijsbegeerte die leert slechts de rede te volgen en de hartstochten uit te bannen
  2. onverstoorbaarheid in pijn, leed of moeilijkheden
88 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be