stinkhout
- stink·hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stinkhout | |
verkleinwoord |
het stinkhout o
- Ocotea bullata Zuid-Afrikaanse boom waarvan het pas gekapte hout stinkt
- hout van de stinkboom
1. Zuid-Afrikaanse boom waarvan het pas gekapte hout stinkt
- Het woord 'stinkhout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stinkhout" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ stinkhout op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be