Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·bus·ze·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stembuszege stembuszeges
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stembuszegev / m

  1. overwinning bij verkiezingen
    • Deze stembuszege kwam geheel onverwacht, omdat de opiniepeilingen een andere uitslag voorspeld hadden. 
Vertalingen

Gangbaarheid