• stel·lend
vervoeging van: stellen
verbogen vorm: stellende

stellend

  1. onvoltooid deelwoord van stellen
stellend
onverbogen stellend
verbogen stellende
partitief stellends

stellend

  1. kenbaar makend wat met (eist, vraagt e.d.)
    • De in de journalistiek doorgeschoten democratiseringsgedachte dat – en tot op de dag van vandaag is dat het geval – een hoofdredacteur geen eigenwijze, eisende stellende keizer mag zijn, maar een door de redactie gekozen, dus per definitie op consensus gericht iemand moet zijn, heeft het verval ingeluid van het beroep. Dat speelde bij Folia toen ook.” [1] 


  1. HP de Tijd 08/01 | 2010 ‘Ruziezoeker? Ik?’