stellend
- Geluid: stellend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɛlənt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈstɛ.lənt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈstɛ.lənt/
- (Limburg): /ˈstɛ.lənd/
- stel·lend
vervoeging van: | stellen |
verbogen vorm: | stellende |
stellend
stellend | |
---|---|
onverbogen | stellend |
verbogen | stellende |
partitief | stellends |
stellend
- kenbaar makend wat met (eist, vraagt e.d.)
- De in de journalistiek doorgeschoten democratiseringsgedachte dat – en tot op de dag van vandaag is dat het geval – een hoofdredacteur geen eigenwijze, eisende stellende keizer mag zijn, maar een door de redactie gekozen, dus per definitie op consensus gericht iemand moet zijn, heeft het verval ingeluid van het beroep. Dat speelde bij Folia toen ook.” [1]
- Het woord stellend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ HP de Tijd 08/01 | 2010 ‘Ruziezoeker? Ik?’