• ste·kel·baars
enkelvoud meervoud
naamwoord stekelbaars stekelbaarzen
verkleinwoord stekelbaarsje stekelbaarsjes

de stekelbaarsm

  1. (straalvinnigen) benaming voor kleine vissen met puntige doorns op de rug en de buik uit de familie Gasterosteidae  
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]