• steil·orig
  • Samenstellende afleiding van steil en oor met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen steilorig steiloriger steilorigst
verbogen steilorige steilorigere steilorigste
partitief steilorigs steilorigers -

steilorig

  1. weinig geneigd zich te schikken
    • Zijn steilorige houding hangt me de keel uit! 
21 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be