stapelplaats
- sta·pel·plaats
- samenstelling van stapel en plaats zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stapelplaats | stapelplaatsen |
verkleinwoord | stapelplaatsje | stapelplaatsjes |
- (geschiedenis) plaats die het stapelrecht had
- handelsplaats waar goederen worden heengevoerd en opgeslagen tot verder vervoer naar elders
- [2] bewaarplaats
- Het woord stapelplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.