• staal·ma·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord staalmaker staalmakers
verkleinwoord

de staalmakerm

  1. (economie) bedrijf dat staal produceert
     In veel bedrijven rommelt het rond de cao-onderhandelingen: schoonmakers staken al zeven weken, er zijn werkonderbrekingen in de Rotterdamse haven en bij staalmaker Corus dreigen acties. Honderdduizenden werknemers zitten nog zonder cao. Dat betekent dat ze worden beloond op grond van de inmiddels verlopen arbeidsovereenkomst.[1]
     De grootste staalmaker in de wereld is China. Het land produceerde in 2017 maar liefst 832 miljard kilo staal en is met een export van 108 miljard kilo ook de grootste exporteur. Na China volgen Japan, India, de VS, Zuid-Korea en Duitsland.[2]
  1.   Weblink bron “'Arbeidsonrust door strategie vakbonden'” (9 april 2010), NOS
  2.   Weblink bron “VS op vier na grootste exportmarkt van Nederlands staal” (26 april 2018), NOS