sproei-installatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sproei-in·stal·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sproei-installatie sproei-installaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sproei-installatiev

  1. (landbouw) (tuinieren) toestel dat gewassen besprenkeld met kleine waterdruppels
     Bij een boer in de streek hebben ze een sproei-installatie kunnen lenen.[1]
  2. (sport) toestel dat een speelveld besprenkeld met kleine waterdruppels
     In stadions zijn de netten opgeknoopt en houdt een sproei-installatie de grasmat sappig.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rob Schoof
    “Voor 10.000 euro een avondje kop van Jut” (12 juli 2006) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Wilfried de Jong
    “De zinloosheid van een voetbaltoernooi” (25 juni 2017) op nrc.nl