• sproei
vervoeging van
sproeien

sproei

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sproeien
    • Ik sproei. 
  2. gebiedende wijs van sproeien
    • Sproei! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sproeien
    • Sproei je? 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be