sproei
- sproei
vervoeging van |
---|
sproeien |
sproei
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sproeien
- Ik sproei.
- gebiedende wijs van sproeien
- Sproei!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sproeien
- Sproei je?
- Het woord sproei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sproei" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be