sporenzakje
- Geluid: sporenzakje (hulp, bestand)
- spo·ren·zak·je
- samenstelling van spore en zakje met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sporenzakje | sporenzakjes |
verkleinwoord | - | - |
het sporenzakje o dim. tant.
- (plantkunde) een sporendragend doosje
- Het woord 'sporenzakje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.