spookklauwier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spookklauwier    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• spook·klau·wier

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  spook zn  en  klauwier zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	spookklauwier	spookklauwieren
verkleinwoord	spookklauwiertje	spookklauwiertjes

Zelfstandig naamwoord

de spookklauwier m

1. (zangvogels) Malaconotus blanchoti  een zangvogel uit de familie Malaconotidae . De naam van de vogel is ontleend aan het Afrikaans (Spookvoël)

Hyperoniemen

• zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'spookklauwier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.