spoedzitting
- spoed·zit·ting
- samenstelling van spoed zn en zitting zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoedzitting | spoedzittingen |
verkleinwoord | spoedzittinkje | spoedzittinkjes |
het spoedzitting o
- (politiek) politieke bijeenkomst om een actuele kwestie te bespreken waarvoor snel een oplossing moet komen
- De spoedzitting van de Tweede Kamer.
- (juridisch) terstond gehouden rechtszitting, bedoeld om snel tot een oordeel te komen
- Bij de rechtbank in Utrecht dient dinsdag een spoedzitting over het zeilmeisje Laura Dekker.[1]
- terstond gehouden bijeenkomst van een bestuur, vereniging, e.d.
- Naar aanleiding van zijn botsing met de clubleiding van Ajax wil Johan Cruijff dat de ledenraad van de Amsterdamse club snel bij elkaar komt. De 24 leden zouden volgende week al een spoedzitting moeten houden.[2]
- [1,3] spoedbijeenkomst
- [1,3] spoeddebat
- [1,2,3] spoedvergadering
1. politieke bijeenkomst om een actuele kwestie te bespreken waarvoor snel een oplossing moet komen
2. terstond gehouden rechtszitting, bedoeld om snel tot een oordeel te komen
3. terstond gehouden bijeenkomst van een bestuur, vereniging, e.d.
- Het woord spoedzitting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.