• spier·trek·king
enkelvoud meervoud
naamwoord spiertrekking spiertrekkingen
verkleinwoord

de spiertrekkingv

  1. onwillekeurige samentrekking van een spier
     Natasja was zonder het zelf te weten een en al aandacht: geen woord, geen trilling in zijn stem, geen blik, geen spiertrekking in het gezicht, geen gebaar van Pierre ontging haar.[1]
     De advocaat van Williams en de American Civil Liberties Union hadden om het onderzoek gevraagd. Ze willen weten of de executie is geëindigd in een marteldood. De verklaring van gouverneur Asa Hutchinson dat het schokken een onwillekeurige spiertrekking was, deed de advocaat af als vergoelijking.[2]
  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2.   Weblink bron “Rechter wil sectie na 'slechte' executie Arkansas” (30-04-2017), NOS