speklap
- spek·lap
- samenstelling van spek en lap [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speklap | speklappen |
verkleinwoord | speklapje | speklapjes |
de speklap m
- een plat stuk spek
- Snijd de speklap in reepjes en bak die. Zet apart en gooi de bakolie weg. Snijd ui, twee bosuitjes, de knoflook in stukjes en de paddenstoelen in kwartjes. Doe die nu in de pan, voeg daar de vissaus en de rijstwijn aan toe en laat garen. [3]
- (pejoratief) een dik persoon
- Het woord speklap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speklap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ speklap op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Menno Steketee 31 januari 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be