spatzalm
- (IPA in voorbereiding)
- spat·zalm
- samenstelling van spat zn en zalm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spatzalm | spatzalmen |
verkleinwoord | spatzalmpje | spatzalmpjes |
de spatzalm m
- (straalvinnigen) Copella arnoldi een vis uit de familie van de slankzalmen. De vis heeft een slank, geelachtig lichaam met een zwarte kopstreep precies door het oog. De mannetjes bereiken een lengte van 8 cm en de vrouwtjes 6 cm. Het meest opvallend aan de spatzalm is de grote staart, vooral bij mannetjes. Het vrouwtje heeft een kleinere rugvin met een donkere vlek
- slankzalmen, karperzalmachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'spatzalm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.