Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • span·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spanking spankings
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de spankingv / m

  1. (seksualiteit) vorm van bdsm waarbij een masochistische partner een pak slaag krijgt
     Wanneer ze zich toch laat verleiden, zorgt een verborgen nachtcamera voor een grofkorrelig pornofilmpje, met spanking en al.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Paul de Lange
    “Speelse loverboys” (3 mei 2010) op nu.nl