Nederlands

 
sorbetijs
Uitspraak
Woordafbreking
  • sor·bet·ijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sorbetijs
verkleinwoord sorbetijsje sorbetijsjes

Zelfstandig naamwoord

het sorbetijso

  1. ijs gemaakt van een puree van vruchten zonder toevoeging van melkproducten
    • Supermarktketen Jumbo haalt een partij sorbetijs met kokossmaak uit de handel en roept klanten met lactose-intolerantie op al gekochte bekers terug te brengen naar de winkel.[1] 
    • In Amsterdam vind je geweldige ijssalons met Italiaanse gelato, frozen yogurt, roomijs en sorbetijs in alle smaken.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 01 mei 2017
  2. de Telegraaf CAROLINE VLIETSTRA 05 mrt. 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be