Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soort·ei·gen
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen soorteigen soorteigenst
verbogen soorteigenste
partitief soorteigens - -

Bijvoeglijk naamwoord

soorteigen

  1. afkomstig van dezelfde planten- of diersoort
    • Mansveld beloofde de Kamer in Brussel te blijven aandringen op snelle vrijstelling van cisgenese van wetgeving voor genetische manipulatie. Bij cisgenese is sprake van genetische modificatie met soorteigen genen. [1] 
Anagrammen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen