Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • son·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sondering sonderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sonderingv

  1. (geologie) globale verkenning van de bodem met behulp van een peilstok of boor
     De BRO wordt de komende jaren stapsgewijs gevuld. Gegevens over grondwater, mijnbouw en sonderingen (het globaal verkennen van de boden) zijn het eerst aan de beurt.[2]
  2. (figuurlijk) voorzichtig onderzoek naar iemands bereidwilligheid
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Centrale opslag van gegevens over ondergrond” (13 januari 2014), Reformatorisch Dagblad