sofapatat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- so·fa·pa·tat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenvertaling van de Engelse term couch potato; sedert 2007, neologisme
- samenstelling van sofa en patat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sofapatat | sofapatatten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (maatschappij), (neologisme) (vooral in België) een persoon die gaarne op de sofa zit en veel televisie kijkt maar nauwelijks actief leven heeft; een saai persoon
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sofapatat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.