snotolven
- snot·ol·ven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snotolven | |
verkleinwoord |
de snotolven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord snotolf
- Ik kan dromen tot onder de bodem van
de zee door waterkaarten heen over
snotolven die leefden in de buik
van die zanderige waterkom. [1]
- Ik kan dromen tot onder de bodem van
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Cyclopteridae in de orde der schorpioenvisachtigen (Scorpaeniformes ). Het zijn meestal kleine zoutwatervissen die worden aangetroffen in koudere wateren van de Noordelijke IJszee, noordelijke Atlantische Oceaan en noordelijke Grote Oceaan. Het grootste aantal soorten wordt gevonden in de noordelijke Grote Oceaan
- [2] schorpioenvisachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] snotolf
- Het woord 'snotolven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.