snorgraszanger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  snorgraszanger    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• snor·gras·zan·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  snor zn  en  graszanger zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	snorgraszanger	snorgraszangers
verkleinwoord	snorgraszangertje	snorgraszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de snorgraszanger m

1. (zangvogels) Cisticola njombe  een vogel uit de familie Cisticolidae , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in zuidoostelijk Afrika en telt 2 ondersoorten

Hyperoniemen

• zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'snorgraszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.