snikheet
- snik·heet
- In de betekenis van ‘smoorheet’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
- intensief, samenstelling van snik ww en heet
stellend | |
---|---|
onverbogen | snikheet |
verbogen | snikhete |
partitief | snikheets |
snikheet
- heel erg heet, intens drukkend heet
- Het is een snikhete zomer.
- ▸ Overdag was het steeds snikheet waardoor ik zweette als een otter.[2]
- Het woord snikheet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snikheet" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "snikheet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be