Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snelrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het snelrechto

  1. (juridisch) speciale procedure waardoor een strafzaak snel tot een uitspraak leidt
    • Drie van de vijf Nederlandse verdachten van de zware mishandeling van een ober in Praag hebben een inreisverbod in Tsjechië van vijf jaar geaccepteerd, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden. Hun zaak werd behandeld middels snelrecht. De twee hoofdverdachten blijven voorlopig vastzitten en horen later het oordeel van de rechter. Zij zeggen zich te schamen. [2] 
    • Justitieminister Koen Geens benadrukte de goede werking van Justitie in Brussel, in tegenstelling tot de perceptie. 'We zijn hier om te leren van elkaar en elkaar duidelijk te maken hoe we werken', aldus Geens, die eraan herinnerde dat hij al meermaals gezegd heeft dat hij een performanter en frequenter gebruik van snelrecht wenst. [3] 
Afgeleide begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen