sneeuwhaas
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sneeuwhaas (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- sneeuw·haas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sneeuw zn en haas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwhaas | sneeuwhazen |
verkleinwoord | sneeuwhaasje | sneeuwhaasjes |
Zelfstandig naamwoord
- (haasachtigen) Lepus timidus haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae)
- ▸ Lena zat op de bank onder een groot schilderij van Bruno Liljefors, een zeearend die op een sneeuwhaas joeg.[1]
Hyperoniemen
- echte hazen, hazen en konijnen, haasachtigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord sneeuwhaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767