• (IPA in voorbereiding)
  • sneeuw·beer
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwbeer sneeuwberen
verkleinwoord sneeuwbeertje sneeuwbeertjes

de sneeuwbeerm

  1. (vlinders) Spilosoma urticae   een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae), onderfamilie beervlinders (Arctiinae). De voorvleugellengte is 18 tot 22 millimeter. De imago kan verward worden met witte exemplaren van de witte tijger, maar die heeft bredere vleugels, altijd op de achtervleugel in elk geval een zwarte vlek, en heeft zwarte bestuiving op de antennes. De sneeuwbeer is een soort die voorkomt in het grootste deel van het palearctisch gebied. De vlinder overwintert als pop in de strooisellaag