• smart·drug
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘preparaat dat het denken bevordert’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
  • samenstelling van  smart  en  drug  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord smartdrug smartdrugs
verkleinwoord - -

de smartdrugm

  1. geneesmiddel voor bijvoorbeeld alzheimer of parkinson, dat wordt gebruikt omdat het ook een stimulerend effect heeft op de hersenen
  2. verzamelnaam voor ecodrugs (paddo's) en smart products die men in de smartshops kan bekomen
84 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]