alzheimer
- alz·hei·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alzheimer | alzheimers |
verkleinwoord | alzheimertje | alzheimertjes |
- (medisch) een degeneratieve aandoening van de hersenen waarbij de patiënt soms in snel tempo dementeert
- ▸ Beginnende Alzheimer? Maar dan stoppen ze me in een gesticht.[3]
- patiënt met de ziekte van Alzheimer
- Op deze afdeling leven veel alzheimertjes.
- Het woord alzheimer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alzheimer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "alzheimer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ alzheimer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be