Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smart·card
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord smartcard smartcards
verkleinwoord smartcardje smartcardjes

Zelfstandig naamwoord

de smartcardm

  1. (informatica) Kaartje met programmeerbare chip (chipkaart) die voor vele zeer verschillende toepassingen gebruikt kan worden bijv. het decoderen van radio- en televisie-uitzendingen, betalingsdoeleinden, mobiele telefoons, openbaar vervoer, medische pas etc.

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen