slow
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slow
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slow | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
slow
- dans waarbij men langzaam en zeer dicht tegen elkaar aan beweegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slowen |
slow
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slowen
- Ik slow.
- gebiedende wijs van slowen
- Slow!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slowen
- Slow je?
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord slow staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
slow | slower | slowest |
Bijvoeglijk naamwoord
slow
- langzaam
- «The car is moving very slow.»
- De auto beweegt erg langzaam.
- «The car is moving very slow.»
- achter
- «My watch is ten minutes slow.»
- Mijn horloge loopt tien minuten achter.
- «My watch is ten minutes slow.»