slagroen
- sla·groen
- samenstelling van sla zn en groen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slagroen | |
verkleinwoord | - | - |
het slagroen o
- (kleur) heldere groene kleur van jonge slaplanten
- ▸ In Orkest woont een 14-mans orkest in een tuinderskas. De musici zijn allen in het slagroen gekleed.[1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | slagroen |
verbogen | slagroene |
slagroen
- (kleur) met de kleur van jonge slaplanten
- ▸ Dit driedelige linnen ensemble van Amerikaanse herkomst bestaat uit een slagroene, rechte rok en een kraagloos tailleurjasje van dezelfde kleur, terwijl het derde deel, een vest met fantasiekraag, wit is.[2]
- Het woord 'slagroen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Doris GrootenboerOrgie van muziek in tuinderskas in: Algemeen Dagblad , jrg. 46 nr. 265 (7 maart 1992), Stichting Algemeen Dagblad, Rotterdam, p. 10 kol. 7
- ↑ Hannie van VerreHet linnen in de zomergarderobe in: Beatrijs , jrg. 9 nr. 26 (29 juni 1951), Spaarnestad, Haarlem, p. 1631, fotobijschrift 3