slå igennem
- slå i·gen·nem
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
slå igennem |
slår igennem |
slog igennem |
slået igennem |
volledig |
slå igennem
- doorslaan (van vocht)
- (figuurlijk) een hoge spreiding of grote invloed of effect hebben, een overdonderend succes hebben
- (figuurlijk) een doorbraak bereiken, een grote roem, populariteit of vergelijkbaar bereiken
- [2-3]: opnå
- slå igennem in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk