sjamasj

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sjamasj    (hulp, bestand)
• IPA: /ʃaˈmɑʃ/

Woordafbreking

• sja·masj

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'dienaar'

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sjamasj	sjamasjiem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sjamasj v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) koster van joodse gemeente
2. (Jiddisch-Hebreeuws) extra licht op een chanoekalamp (chanoekia) waarmee de acht andere lichten worden aangestoken

Verwante begrippen

• Sefardisch Hebreeuws: samaas
• Jiddisj: sjammes

Vertalingen

    1.   

Engels: shamash (en), shammes (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'sjamasj' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.