samaas
- sa·maas
- Herkomst: Sefardisch (Portugees) Hebreeuws, letterlijk: 'dienaar' [1]
- (Jiddisch-Hebreeuws) koster van joodse gemeente
- (Jiddisch-Hebreeuws) extra licht op een chanoekalamp (chanoekia) waarmee de acht andere lichten worden aangestoken
- Het woord 'samaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.