siësta
- si·ës·ta
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘middagslaapje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1839 [1]
- uit het Spaans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | siësta | siësta's |
verkleinwoord |
- een middagdutje, vaak na de lunch als de zon haar hoogste positie bereikt heeft
- Een gezin op vakantie in het uiterste zuiden van Spanje beklaagde zich over de 'luie winkeluitbaters' in het dorpje waar hun hotel lag. Want iedere middag als zij wilden gaan shoppen, waren de winkels dicht. ,,Ze nemen daar de siësta wel erg letterlijk. Kunnen jullie die siësta niet afschaffen?" [3]
- ,,Ik zit ik nu helemaal in het Spaanse ritme, dus geniet ik dagelijks tussen twee en vijf van mijn siësta. Ik had ook naar Texel kunnen gaan, maar dan had ik het weer, de andere cultuur, de sfeer en dit fijne Spaanse levensritme gemist." [4]
- Na de siësta komen de Colombianen naar buiten om te schaken op pittoreske pleintjes of bier te drinken in verscholen binnentuinen. [5]
- Het woord siësta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "siësta" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "siësta" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia HLN 10-08-17, 10 absurde reisklachten: Kunnen jullie die siësta niet afschaffen?
- ↑ Tubantia Gea Bruinsma 15-08-17 'Ik vind het lekker om het hele jaar door te werken'
- ↑ Tubantia Phebe Tempelaars 15-09-17 Geïnspireerd door Narcos? Vijf tips voor je reis naar Colombia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be