• shred
vervoeging van
shredden

shred

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shredden
    • Ik shred. 
  2. gebiedende wijs van shredden
    • Shred! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van shredden
    • Shred je? 


enkelvoud meervoud
shred shreds

shred

  1. draadje, flard, klein stukje
  2. (figuurlijk) een klein beetje, greintje, zweem
vervoeging (A)
onbepaalde wijs to  shred 
he/she/it  shreds 
verleden tijd  shredded 
voltooid
deelwoord
 shredded 
onvoltooid
deelwoord
 shredding 
gebiedende wijs  shred 

shred

  1. overgankelijk verscheuren, aan flarden/stukken scheuren
  1. shred, Online Etymology Dictionary