• sheet
  • van Engels sheet [1]
    • [3] aangetroffen vanaf 1968 [2]
    • [4] aangetroffen vanaf 1907, zie vindplaats hieronder
enkelvoud meervoud
naamwoord sheet sheets
verkleinwoord - -

sheet m/v/o

  1. pagina uit een presentatie op een scherm
    • Test de leesbaarheid uit door op een meter of drie van uw beeldscherm te gaan staan. Beginnende sprekers maken nog weleens de fout om te kleine lettertjes te gebruiken op een sheet. [3]
  2. transparant zoals voor een overheadprojector
    • Hermkens bracht de zaal in vervoering met sappig Vlaams en zijn vrolijke overhead-amanuensis ("Jan, snel, sheet 6!"). [4]
  3. wat groter vel papier om informatie duidelijk te kunnen presenteren
    • Ouders en leerkrachten schreven vellen papier vol met regels, normen en waarden die zij belangrijk vonden. Thuis en op school. Dat was een heikele onderneming: het is mooi wel de hele opvoeding die op een sheet komt te staan. (…) Op tijd naar bed, kwam er op de flapovers te staan. [5]
    • Van tweespalt in Oranje was in elk geval niets te merken geweest in de al na één set besliste wedstrijd tegen Griekenland. Daar had Alberda zijn speciaal geprepareerde vel papier met daarop de tekst "Bij Elkaar, Samen" niet voor nodig gehad. Het Nederlandse team had zich ingesteld op een enorme heksenketel in de sporttempel, waarin slechts non-verbale communicatie mogelijk zou zijn. Triomfantelijk toonde Alberda de sheet, die hij na het laatste punt omhoog had gehouden: "Klasse!" [6]
  4. (techniek) vel natuurrubber, een van de vormen waarin het als halffabricaat wordt verhandeld
    • Daarna wordt de sheet in de droogloods opgehangen en is na 30 dagen gereed voor verzending. [7]

naar de vorm, ook ontleend aan het Engels

85 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[8]


enkelvoud meervoud
sheet sheets

sheet

  1. laken
  2. blad, vel