Servet met servetring
  • ser·vet·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord servetring servetringen
verkleinwoord - -

de servetringm

  1. (huishouden) ring om een opgerold servet bijeen te houden
     In plaats van anonimiteit trof ik op mijn eerste avond mijn foutloos gespelde naam aan die in de verzilverde servetring was gegraveerd die mijn vaste tafel in het restaurant markeerde.[1]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 29