• ser·geant
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderofficier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1611 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sergeant sergeants
sergeanten
verkleinwoord sergeantje sergeantjes

de sergeantm

  1. (beroep) (militair) een rang onder de onderofficieren
     Hij was gekleed in een uniform met de aanduidingen van de SOE en de rang van sergeant, gedoucht en geschoren toen hij op de afrondende afspraak verscheen met kolonel Grumpy, zoals iedereen de chef noemde, en zijn twee assistenten.[2]
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]


  • ser·geant
enkelvoud meervoud
sergeant sergeants

sergeant m

  1. (militair) sergeant
  2. een politiële rang