sequentie
- Geluid: sequentie (hulp, bestand)
- IPA: / seˈkwɛn(t)si / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /seˈkwɜntsi/
- (Vlaanderen, Brabant): /seˈkwɜnsi/
- (Limburg): /se.ˈkwɛn.siː/
- se·quen·tie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘opeenvolging’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
- via Middelnederlands sequencie uit Latijn sequentia "sequensen"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sequentie | sequenties |
verkleinwoord | sequentietje | sequentietjes |
de sequentie v
- opeenvolging
- beeldenreeks
- (biologie) de volgorde van nucleotiden in een DNA- of RNA-molecuul
- (biochemie) de volgorde van aminozuren in een eiwit
- Het woord sequentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sequentie" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sequentie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be