• sen·si·ti·vi·teit
  • In de betekenis van ‘gevoeligheid’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • uit het Frans [2]
  • afgeleid van sensitief met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud meervoud
naamwoord sensitiviteit sensitiviteiten
verkleinwoord

de sensitiviteitv [3]

  1. de gevoeligheid van iets of iemand om iets waar te nemen
    • Enkele typeringen waarmee de meerderheid van de stellingdeelnemers Trump omschrijft: kortzichtig, een enorm ego, gebrek aan sensitiviteit voor allerlei bevolkingsgroepen en gebrek aan kennis van buitenlandse politiek. Vooral zijn ’ongefundeerde uitlatingen’ zijn velen een doorn in het oog.[4] 
    • Bij een IQ-score van 130 punten of hoger is een kind hoogbegaafd en bij een puntenaantal van 145 wordt gesproken van 'zeer begaafd'. Monique: ,,Maar het is meer dan alleen intelligentie; gedrevenheid, creativiteit, doorzettingsvermogen en sensitiviteit zijn aspecten die ook vaak genoemd worden. Die onderdelen moeten bij zulke kinderen gestimuleerd worden.[5] 
  2. emotionele of esthetische fijngevoeligheid of overgevoeligheid
    • Glutensensitiviteit kan vooralsnog dus niet 'bewezen'worden via wetenschappelijk onderzoek. Dat betekent niet dat het niet bestaat. Denk je dat je sensitief bent voor gluten dan is het de moeite waard om gedurende minimaal zes weken glutenvrij te eten en te kijken hoe je daar op reageert.[6] 
  3. gevoeligheid van een medische test: de kans dat iemand die de ziekte echt heeft 'ontdekt' wordt door de medische test
    • Stichting Tekenbetenziekten (STZ) schreef onlangs over de test; 'De tekentest biedt enkel schijnzekerheid. De sensitiviteit en specificiteit van de tekentest is naar de mening van STZ niet op een wetenschappelijke deugdelijke manier vastgesteld.'[7] 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[8]